Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie en advertenties te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.

Akkoord
Niet akkoord
Dierenkliniek zamenhofdreef konijn

Huisvesting van konijnen

Konijnen zijn echte groepsdieren. Ze leven niet graag alleen: Het is voor uw konijn wel zo gezellig om  minstens twee konijnen samen in een voldoende groot hok te plaatsen. 

Een mannetje en een vrouwtje is meestal de beste combinatie. Natuurlijk moet u dan maatregelen nemen om te voorkomen dat u er al snel jonge konijntjes bij hebt. Het is te adviseren om liefst beide dieren, maar in elk geval het mannetje, te laten castreren. 

Twee ongecastreerde mannetjes gaan vrijwel altijd vechten als ze ouder worden. Ook bij een combinatie van twee vrouwtjes gebeurt het dat de dieren als ze volwassen zijn plotseling gaan vechten onder invloed van hormonen. Twee gecastreerde vrouwtjes kunnen vaak goed samenleven, zeker als ze van jongs af aan samen opgroeien, of op neutraal terrein (dus buiten het hok) rustig aan elkaar kunnen wennen en voldoende ruimte en schuilmogelijkheden hebben. Dat lukt soms ook met twee op jonge leeftijd gecastreerde mannetjes die samen opgroeien. Zet echter nooit twee vreemde volwassen konijnen zomaar bij elkaar, ze kunnen elkaar flink verwonden.
Konijnen kunt u binnen of buiten houden. Wilt u ze buiten houden, dan heeft u een hok nodig met een flinke ren er aan vast. Een deel van het hok moet afgesloten en water- en winddicht zijn zodat het als nachthok en schuilplek tegen weersomstandigheden kan dienen. Plaats het hok zo dat er geen koude noordenwind in kan blazen, en zo dat de konijnen 's zomers de schaduw op kunnen zoeken.

Konijnen kunnen slecht tegen temperatuurschommelingen. Het is daarom niet verstandig om een buitenkonijn 's winters steeds naar binnen te halen. Als u konijnen buiten wilt laten leven, zet ze dan voor het eerst buiten in de zomer. Als ze buiten gewend zijn, ontwikkelen ze een wintervacht waarmee ze stevige vrieskou kunnen weerstaan. Zorg er wel voor dat de konijnen zich warm kunnen ingraven in bijvoorbeeld een dikke laag stro. 
Geef de konijnen ook een vrije uitloop naar een buitenren. Zorg in de ren voor een ondergrond van bijvoorbeeld deels tegels, deels zand of gras, en graaf aan de zijkanten het gaas tenminste 50 centimeter in de grond om te voorkomen dat het konijn zich een weg naar de vrijheid graaft. Zorg er ook voor dat er geen roofdieren zoals katten, vossen, bunzings of roofvogels van bovenaf in de ren kunnen komen!

De grootte van het buitenhok hangt af van het formaat van de konijnen en hun aantal. Twee dwergkonijnen kunnen met 150 x 60 x 60 centimeter (cm) goed uit de voeten. Een konijn moet in zijn hok kunnen lopen en op zijn achterpoten kunnen staan. De ren moet liefst vrij toegankelijk zijn zodat de konijnen kunnen kiezen waar ze willen zijn. Een goede afmeting voor twee kleine konijnen is minstens 3 tot 4 m2; de konijnen moeten in hun ren ook daadwerkelijk kunnen rennen! Voor twee grote konijnen moeten het hok en de ren uiteraard groter zijn: houd voor twee konijnen van 5 kilo of meer tenminste 200 x 80 x 80 cm aan voor het hok, en een ren van minimaal 5 m2.
Ook als u uw konijnen binnen wilt houden, heeft u een flink hok nodig. Daarnaast moeten de konijnen een paar uur per dag buiten het hok los mogen lopen. Voor twee dwergkonijnen is een hok van 80 x 150 centimeter geschikt, voor twee konijnen van 2 kilo heeft u al een hok van 80 x 200 cm nodig. Voor konijnen tussen 2,5 en 5 kilo moet u rekenen op ongeveer 0,3 m2 per kilo lichaamsgewicht. Voor twee konijnen van 4 kilo komt u dan uit op 2 x 0,3 x 4 = 2,4 m2: 100 x 240 cm. Reken voor konijnen zwaarder dan 5 kilo op 0,25 m2 per kilo lichaamsgewicht: voor twee Vlaamse reuzen van 7 kilo komt u dan op 3,5 m2, 100 x 350 cm.

Vaak is het moeilijk en voor grote konijnen zelfs onmogelijk om binnenkooien in het juiste formaat te kopen. Een goede oplossing is om aan het hok een vaste ren te maken en het deurtje uit het hok te halen, zodat de konijnen altijd in en uit de ren kunnen. Hekjes voor een konijnenren koopt u in de dierenspeciaalzaak of u kunt zelf iets maken. Voor grote konijnen kunt u hekken gebruiken die bedoeld zijn voor een puppyren. Op de vloer kunt u ruw zeil of een stuk tapijt leggen. Let wel op dat de konijnen hier niet van eten.
Een binnenhok mag niet op de tocht, bij een verwarmingsbron of in de zon staan. Om de konijnen voldoende beweging te geven is het nodig hen dagelijks een paar uur uit hun hok (en ren) te laten. Een konijn dat alleen in een hok zit en niet kan rennen zal dik worden, geen goede spieren kunnen ontwikkelen, geen conditie opbouwen en meer kans hebben op darmproblemen. Laat konijnen echter nooit zonder toezicht los in huis. Maak bovendien de kamers waar de konijnen komen zo goed mogelijk konijn-proof. Elektriciteitskabels leveren gevaar op: werk ze bijvoorbeeld weg in kabelgoten, want u kunt uw konijn niet afleren eraan te knagen! Ook giftige planten moet u buiten het bereik van uw konijnen houden: denk bijvoorbeeld aan populaire kamerplanten als de Ficus, Dieffenbachia, Dracaena, Aloe vera, Azalea, Cyclamen en bolgewassen als Narcis en Amaryllis.

Als bodembedekker in een binnenhok of in het nachthok van een buitenhok is een laag kranten met daarop stro of hooi geschikt. U kunt ook een onderlaag van bodemmateriaal op basis van maïs, strokorrels of hennep gebruiken. Zaagsel wordt ook veel gebruikt maar pas op dat het niet stoffig is. Bovendien zijn er aanwijzingen dat zaagsel van naaldhout op termijn ongezond zou kunnen zijn.Konijnen zijn heel schone dieren, ze doen hun behoefte het liefst in een vaste hoek van hun verblijf. In de hoek die uw konijn als toilet kiest, kunt u wat extra kranten op de bodem leggen, maar nog makkelijker met schoonmaken is het om een toiletbak neer te zetten, bijvoorbeeld een speciale hoekbak, een afwasteil of de onderkant van een kattenbak. Hierin kunt u bodemmateriaal leggen zoals houten kattenbakkorrels of materiaal op basis van hennepvezel, afgedekt met stro of hooi. Als u de keutels van de konijnen steeds in deze bak legt, kunt u de konijnen vaak leren om hem als toilet te gebruiken. Dit kan zowel buitenshuis als binnenshuis. Gebruik nooit klompvormende kattenbakvulling! Dit kan verstopping veroorzaken als het wordt opgegeten. Pas ook op dat de korrels niet scherp zijn, dit kan de poten beschadigen. Zijn uw konijnen zindelijk, dan hoeft u in een groot hok met ren niet overal bodemmateriaal zoals hooi of stro te leggen maar kunt u een paar toiletbakken neerzetten.

Konijnen zitten graag ergens in of onder, dat geeft hen een veilig gevoel. Geef hen daarom een plek om zich terug te trekken, bijvoorbeeld een kartonnen doos waar ze ook meteen fijn aan kunnen knagen, of dek een deel van de bovenkant van de binnenkooi af. In een buitenren kunt u speel- en schuilhokjes en tunnels plaatsen.

Copyright © Dierenkliniek Zamenhofdreef | Webdesign: Studio EVG - Eveline van Ginneken